plester kaki

Alles wat je moet weten over wondvocht

4 min. leestijd
Toon meer

Hoe ontstaat wondvocht, wat is het en wat kun je er tegen doen? Ontdek alles wat je moet weten over wondvocht.

Een flinke val, een ongelukje in de keuken of een kleine operatie: een wond kun je oplopen op talloze manieren. Na de eerste schrik probeer je de wond te behandelen, maar dit gaat niet altijd van een leien dakje. Soms blijft er wondvocht uit de zere plek komen en lijkt je wond maar niet te genezen. Maak je geen zorgen – dit verschijnsel is hartstikke normaal en met de juiste wondverzorging verkrijg je alsnog een snelle en mooie genezing.

Wat is wondvocht en hoe ontstaat het?

Als je een wond oploopt, gaan de cellen in je huid meteen aan de slag om deze te herstellen. Ze willen de beschadiging zo snel mogelijk repareren. Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen. Als er overtollig wondvocht uit je wond blijft sijpelen, is het daarom verstandig daar iets aan te doen. 

Hoe ziet wondvocht eruit? Dat verschilt. Wondvocht kan verschillende kleuren hebben. Waar helder wondvocht vaak duidt op een gezonde genezing, verwijst een gele of zwarte ondertoon eerder naar een infectie. Het is dus belangrijk de kleur van het wondvocht uit je wond goed in de gaten te houden en actie te ondernemen als dat nodig is. 

 

Wondvocht na een operatie

Als je wond na een operatie ontstoken is, stuurt je lichaam extra veel vocht naar de plek toe. Dit zou de genezing moeten bevorderen, maar vaak leidt dit juist tot het tegenovergestelde: een extra vochtige operatiewond is namelijk de ideale omgeving voor micro-organismen. 

Vaak ontstaat er (té) veel wondvocht na een chirurgische ingreep. Word je binnenkort geopereerd en wil je je goed voorbereiden op vocht uit je wond na de operatie? Schaf dan alvast de XL- en XXL-Pleisters aan. Deze pleisters zijn geschikt voor grotere operatiewonden en verkleinen de kans op infectie door het wondvocht af te schermen. Hoe lang je nog last hebt van wondvocht na je operatie verschilt en is afhankelijk van de ingreep, maar de pleisters kun maximaal twee dagen gebruiken. 

Wondvocht bij kleinere wondjes

Wondvocht ontstaat ook vaak bij kleinere wondjes, zoals een schaafwond of brandwond. Wondvocht uit een schaafwond is heel normaal en hoort vanzelf weer te verdwijnen. Hetzelfde geldt voor vocht uit een brandwond.

Is de vloeistof geel van kleur? Dan is het verstandig om in actie te komen. Dit kan namelijk duiden op een ontsteking of op het afsterven van het wondweefsel. Maak de wond goed schoon door alle gele vloeistof weg te halen met een Reinigende Spray. Gebruik eventueel ook een pincet om de verharde gedeeltes te verwijderen. Als er daarna nog vocht uit je schaafwond of brandwond komt, kun je dit het beste absorberen met een goede pleister in het gewenste formaat. Door je verwonding af te schermen met een pleister verminder je de kans op infecties én bevorder je het genezingsproces. Laat de pleister een paar dagen zitten en het gele wondvocht verdwijnt vaak vanzelf.

Mijn wond blijft vochtig, wat nu?

Je wond blijft vochtig. Wat kun je dan doen? Met een goede behandeling kun je het wondvocht verwijderen. Zoals hierboven beschreven, kom je met de juiste sprays en pleisters al een heel eind – zelfs als het wondvocht geel is. Zo zorg je voor een goede wondgenezing. Ben je bang dat je wond ontstoken is? Bekijk dan onze checklist voor het herkennen van een infectie. Daar staat precies wat je in zo’n geval kunt doen. 

Naast pleisters en sprays kun je ook een Wondhelende Zalf gebruiken voor de behandeling van wondvocht. Deze zalf zorgt voor een speciale, extra vochtige wondgenezing. Dat werkt vaak een stuk sneller dan wanneer je jouw wond aan de lucht laat drogen. Ook vermindert dit de kans op littekens. Handig!

Heb je specifieke vragen over wondvocht? Neem dan altijd contact op met je huisarts of een medisch specialist voor persoonlijke hulp en adviezen.